Werkgroep Sint-Pieters-Buiten

Kaartje Groen in onze buurtTijdens de huidige tegen de COVID19-epidemie opgelegde quarantaine, blijkt meer dan ooit de behoefte aan groene ruimte voor de stedelingen. Stadsparken, rand-stedelijke bossen en natuurgebieden worden overspoeld door wandelaars, joggers en fietsers, in die mate zelfs dat de “social distancing” – afstand van (slechts) anderhalve meter moeilijk te respecteren valt. “Blijf in uw kot”, maar ook “buiten is gezonder dan binnen, ga (individueel) wandelen of fietsen in natuur en bos in uw buurt, weliswaar met respect voor de afstandsregel” luiden de adviezen van de virologen. Helaas is in onze Vlaamse steden

de oppervlakte publiek toegankelijk groen veel te klein in verhouding tot de hoge bevolkingsdichtheid om het voor onze (mentale) gezondheid zo noodzakelijk wandelinkje in het park aangenaam en ontspannend te houden. Het voortdurend op onze hoede zijn om niet te dicht te komen van “tegenliggers” of “achtervolgers” in een druk bezocht groengebied maakt dat men van zo’n wandeling in een meer gestresseerde toestand terug thuis komt dan toen men vertrokken is ...

Natuurpark Overmeers (zie gebied 5 op de kaart)

Welkom paneel OvermeersenDit alles is zeker het geval in het stedelijk “natuurpark” Overmeers dat ingesloten ligt tussen de drukke Binnenring, de woonwijk rond de Sint-Denijslaan en de Campus “Schoonmeersen” van HOGent. Dit oorspronkelijk reeds klein relict van meersen en moerasbos werd door de aanleg van de verbinding B402 tussen de autosnelwegen, Binnenring (R4) en de Sint-Denijslaan geamputeerd van een derde tot de helft van zijn oppervlakte. Wat restte werd bij wijze van “compensatie” voor de verloren gegane natuur ingericht als een publiek toegankelijk natuurdomeintje, dat als openbare groenvoorziening moet dienen voor niet alleen de wijk rond de Sint-Denijslaan, maar ook voor de vrij dicht bebouwde buurt rond de Voskenslaan. Het gebiedje werd daartoe dooraderd door veel wandelpaden. Door de inkrimping van de aaneengesloten oppervlakte open ruimte en het drukke gebruik van de wandelpaden verdwenen de verstoringsgevoelige weidevogels, zoals onder anderen Kievit en Grutto, die vroeger in het gebied geregeld aanwezig waren ... Maar soit, de Gentenaars, waaronder mezelf, hebben recht op toegankelijke “natuur in de buurt” en de inrichting van de Overmeers als wandel-natuurgebied beantwoordde een reële sociale behoefte. Echter is, zoals hoger reeds uitgelegd, dat aanbod van publiek toegankelijke “natuur in de buurt”, zeker in de huidige Corona-quarantaine, voor onze vrij dicht bevolkte buurt ver van toereikend.

Meersen en bos op Campus HOGent (zie gebied 7 op de kaart)

Meersen Campus HOGent

 De Campussen “Schoonmeersen” en “voormalig Textielinstituut” van HOGent en MPI “de Oase” beslaan het grootste deel van de ruimte tussen de Voskenslaan en de Binnenring. Een door de aanleg van de verbindingsweg tussen de autosnelwegen en de Sint-Denijslaan afgesneden deel van het natuurgebiedje Overmeers bevindt zich thans geprangd tussen de Binnenring, de verbindingsweg en de infrastructuur van de campus. Het bestaat uit een vijvertje, laag gelegen grasland en (op een vermoedelijk opgehoogd terreingedeelte) een gemengd loofbosje. De meeste (oude) knotwilgen die in de lage weiden nog niet zo lang geleden nestgelegenheid boden aan Steenuil zijn inmiddels afgestorven terwijl de bloemen uit de ooit bloemenrijke hooiweiden weggevreten zijn door een jaarrond ingeschaard te groot aantal schapen. Ook het bosje is sinds kort toegankelijk voor de schapen en dat laat zich zien aan de talrijke vraatsporen aan essen en wilgen. Dit natuurgebiedje verkeert dus momenteel in een verre van optimale toestand.

Bos op terreinen van GO (zie gebied 8 op de kaart)

Meer zuidwaarts, op de campus van het voormalig Textielinstituut en de MPI “de Oase” stond een ander, in de jaren 1970, mogelijks spontaan op vergraven of opgehoogde grond ontstaan wilgen- en berkenbos. De kronen van de ruim 40 tot 50 jaar oude wilgen en berken omvatten dode takken met natuurlijke holten en spleten die nestgelegenheden boden aan onder anderen Groene specht, Grote bonte specht en Boomkruiper. Tijdens het winterhalfjaar pleisterden geregeld troepen vinken, kepen, sijsjes, koperwieken en kramsvogels in het bosje. Ook buizerd en bosuil waren regelmatige bezoekers. Na ruim 40 jaar bosontwikkeling, had zich reeds in zekere mate een bosbodem gevormd en waren in de kruidlaag, naast de voor jonge voedselrijke bossen gebruikelijke soorten zoals Look-zonder-look en Stinkende gouwe, ook reeds vertegenwoordigers van de flora van rijpere bossen aanwezig zoals o.a. Speenkruid, Robertskruid, Geel nagelkruid, Bosanemoon, Bosviooltje, Wilde hyacint en Breedbladige wespenorchis. Mogelijks vielen de vrij rijke avifauna en flora van het nog relatief jong wilgenbosje mee te verklaren door de aanwezigheid aan de overzijde van de Ringvaart, tussen het Algemeen Ziekenhuis Maria-Middelares en de Handelsbeurs ‘Flanders expo’, van eveneens biologisch waardevol tot zeer waardevol loofbos en moerasruigten rond de waterloop “Grietgracht-Scheidbeek” (naam van de waterloop volgens de Vlaamse Hydrografische Atlas).

Bos op terreinen GO8Alleszins was het bosje op de campus van HOGent-Textielinstituut en MPI “de Oase” op de Biologische Waarderingskaart geëvalueerd als “zeer waardevol” en op de Habitatkaart Vlaanderen gekarteerd als “alluviaal bos”, een volgens de bijlage 2 van de Europese Habitatrichtlijn prioritair in stand te houden habitat.

Echter werd doorheen dat bosje door HOGent een 3,5 meter breed betonnen en van verlichtingspalen rijkelijk voorzien fietspad aangelegd. In tijden waar er voor een betere indringing van het neerslagwater in de bodem door de overheid gepleit wordt voor ontharding, lijkt zo’n vol-betonnen fietspad wel een anachronisme, gelet ook op het bestaand aanbod van waterdoorlatende half-verhardingen voor fietspaden die in natuurgebieden moeten aangelegd worden. Door het voor de aanleg van dat fietspad rooien van een open corridor doorheen het bosbestand dreigden volgens de directie van de Scholengroep Gent van het Gemeenschapsonderwijs de resterende hoogstammige, ruim 40 à 50 jaar oude wilgen allemaal om te vallen, zodat zich hier een veiligheidskap opdrong.

Omwille van het gevaar van vallende zware takken voor de kinderen op de speelplaats van het MPI “de Oase”, leverde het Agentschap voor Natuur en Bos een kapmachtiging voor die veiligheidskap af, weliswaar met als voorwaarde dat het terrein opnieuw moet beplant worden opdat het bos zou hersteld worden. Alle wilgen en berken werden gerooid, slechts enkele groepjes esdoorns en eiken bleven bij die kapping gespaard. Na de kapping volgden het ontstronken en frezen van het terrein: Weg wilgenstronken die eventueel konden opnieuw uitlopen en als dicht hakhout hadden kunnen beheerd worden ! Weg bosflora ! Weg bosbodem ! Weg geluidscherm tussen de drukke gewestweg R4 en de woonbuurt van de Schoonmeersstraat ! Wij brengen begrip op voor de veiligheidskap op zich, maar stellen ons vragen omtrent de uitvoeringswijze ... en verzetten ons tegen een eventuele ontbossing. Maar het moet gezegd, HOGent heeft een ontwerp van herbebossingsplan uitgewerkt en wij hopen dat de herbebossing tegen het voorjaar 2021 ook effectief zal zijn uitgevoerd.

Dat het voorontwerp van gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “169 Groen” aan zowel het in het noorden van de Campus “Schoonmeersen” gelegen, door de verbindingsweg “afgesneden” relict van de “Overmeers” als aan een gedeelte van het voormalig wilgen-berkenbosje op de campus van de MPI “de Oase” en, daarbij aansluitend, een hoekje van het afgebroken Textielinstituut de bestemming “Bos” toekent is eveneens positief. Maar meer moet kunnen ! Temeer dat in die zone nog een aantal gebouwen staan die naar het verluidt niet meer in gebruik zijn of binnenkort zullen zijn en in de toekomst zouden kunnen afgebroken worden, dus achterhaalde gebouwen die nog niet als bos zijn ingekleurd op het voormeld voorontwerp van RUP.

Bloemenweide Campus HOGent (zie gebied 9 op de kaart)

Bloemenweide Campus HOGentSinds de afbraak van de gebouwen van het voormalig Textielinstituut blijkt de enorme uitgestrektheid van de ruimte die hierdoor ingenomen werd en voorlopig vrijgekomen is. Een open ruimte waarvan tijdens de warme lentedagen van de COVID19-lockdown gretig gebruik werd gemaakt door veel buurtbewoners om even een luchtje te scheppen. Qua sociaal-recreatief gebruik een spontane zuidwaartse uitbreiding van het natuurparkje “Overmeers” dus … Sinds vorig jaar werd een verdienstelijk “Cocreatie-project” opgestart voor de inrichting en het gebruik van de HOGent campus van het voormalig textielinstituut. Problematisch hierbij is evenwel dat tot nog toe geen duidelijk beeld werd gegeven van de ruimte die in de toekomst zal ingenomen worden door nog bijkomende gebouwen, de exacte inplantingsplaatsen van die gebouwen en vooral van de open ruimte die dan nog blijvend beschikbaar zal zijn als groene zone met sociaal-recreatief karakter voor HOGent-personeel, studenten en buurtbewoners … De na de afbraak van de gebouwen vrijgekomen uitgestrekte vlakte vertoont depressies die tijdens de afgelopen natte winter blank stonden. Thans verschenen hier vochtminnende pioniervegetaties met o.a. Sierlijk vetmuur. Deze toestand is indicatief voor de potenties van het terrein voor de ontwikkeling van natte natuur. Er kan dan ook gedacht worden aan de aanleg van een natuurvijver of poelen die als refugium kunnen fungeren voor de in de tuinen van onze woonwijk nog geregeld opduikende amfibieën zoals Gewone pad en Alpenwatersalamander. Op verscheidene plekken in de aan elkaar palende campussen van MPI “de Oase” en HOGent staan echter ook invasieve exotische plantensoorten zoals Japanse duizendknoop, die een bedreiging vormen voor onze inheemse flora. Die invasieve exoten zouden zo spoedig mogelijk moeten bestreden worden om verdere uitbreiding te voorkomen.

 

Met de klimaatopwarming zullen in de nabije toekomst natuur en bos in de stad niet alleen voor de biodiversiteit en het sociaal-recreatief gebruik van de stedelingen van vitaal belang zijn, maar ook voor de afkoeling van de maar al te versteende (en dus snel opwarmende) stedelijke woon- en werkomgeving. De toenemende noodzaak van het milderen van de effecten van de klimaatopwarming, de grote behoeften aan publiek toegankelijke natuur en bos binnen de stad alsook het herstel en de instandhouding van de biodiversiteit vereisen het vrijwaren als open ruimte van een groter deel van de campus van het voormalig textielinstituut dan hetgeen thans groen ingekleurd staat op het voorontwerp van gemeentelijk thematisch RUP “169 Groen”. De drie voormelde doelstellingen vergen ook een planmatige aanpak van de toekomstige inrichting en het beheer van de open ruimte op die campus. Daarom pleiten we voor een duurzame multifunctionele toekomstvisie en een natuurbeheerplan voor die open ruimte.

Jean-Louis Herrier, 17 april 2020

Pin It